top of page

Horizontaal leven. Zijn er grenzen aan de zelfzorg?



Ooit had ik een jeugddepressie. Het was erg om te zien voor mijn ouders die van een levendige dochter opeens een slappe, betraande vod aan hun tafel hadden zitten. Mijn toenmalige lief schreef geen troostende brieven, maar maande mij aan 'mij niet te installeren in mijn ingebeelde ziekte.' Het voelde als een verraad. Ik kon het niet begrijpen en ook moeilijk vergeven. Ik wilde zorg, aandacht en geen enkele verantwoordelijkheid. Al de rest maakte me bang. Ik was pas zeventien en ik had mijn ouders nog om voor mij te zorgen. Toch werden ze het al vlug moe en mijn vriend zelfs zeer vlug. Ze wilden mij activeren, naar buiten sturen, terug zien léven. Uiteindelijk heeft dat me ook geholpen.


Als je tegen die grens botst als volwassene is het wel een ander verhaal. Dan is het vaak vechten om de ruimte en de tijd te krijgen om te genezen, om je weg terug te vinden, om even helemaal op jezelf gericht te zijn.


Anderzijds kunnen we ons ook vragen stellen bij het structureel overspannen zijn van zoveel mensen. Zijn we niet wat te ver doorgeschoten in het zelfzorgverhaal?' vraagt Ann Baeke zich af in haar laatste post op Linked In. Ze nodigt ons uit om na te denken over waarom we net nu het gevoel beginnen te krijgen dat we het te ver aan het drijven zijn. Waar ligt de grens aan 'het grenzen stellen'? Een paar ideeën...


Andere tijden

Een eerste reden is, denk ik, dat culturennormen nu eenmaal verschuiven. We komen uit een periode waarbij we jarenlang in vrede en rijkdom geleefd hebben. Daar hoort een soort decadentie bij die, als de gemeenschap die kan dragen, veel voordelen heeft. Ontwikkeling kan daar een van zijn, tijd om oude trauma's te verwerken een ander, veel vrije tijd nog een. Ik schreef hier vroeger al over. Die periode van extreme welvaart loopt echter ten einde. We schieten niet alleen door, zoals het in de aard van mensen ligt -waarom veranderen zonder negatieve feedback?-, maar vooral verandert de context, zodat sommigen onder ons beginnen te voelen dat ons gedrag niet meer aangepast is.


Thomas Mann schreef hier een magistrale metafoor over, die perfect illustreert wat ik bedoel.


In zijn roman De Toverberg (1924) wordt toevallige passant Hans Castorp in een kuuroord voor zeer welstellende burgers, de zelfzorg tot in het absurde aangepraat. 'Je denkt misschien dat je gezond ben, maar je bent het niet,' zegt zijn neef, die zweert bij het 'horizontale leven'. Dit bestaat uit vijf keer per dag een copieuze maaltijd nuttigen en drie keer ingebakerd buiten dutten en zeker niets uitputtends ondernemen of te diep over iets nadenken. De bewoners nemen zes keer per dag hun lichaamstemperatuur en elke keer zijn ze bang voor het resultaat. Hans Castorp begint zich, zoals iedereen had voorspeld, slechter te voelen. Na drie weken wordt hij ingelijfd als patiënt. Dag na dag lijkt zijn oude leven 'beneden' verder weg. Zijn referentiekader verschuift. Hij verliest alle contact met zijn familie en vrienden. Hij voelt het leven uit zich wegvloeien en wordt angstig als hij de zorgprocedure niet volgt tot op de letter. Hij geraakt niet meer weg en blijft zeven jaar op de Toverberg, vastgeklonken in het 'horizontale leven' dat daar de norm is. Als de oorlog uitbreekt loopt de Toverberg leeg. Hans Castorp heeft hij geen enkele weerbaarheid meer om te overleven op het slagveld.


Ook nu verhardt het bestaan, maar de meeste mensen lijken voorlopig lustig door te stuiven op het bekende spoor. Ze lijken zelfs nog rechthebberiger te worden, nog gevoeliger en nog meer op zichzelf gericht. Ze gedragen zich verwender als nooit te voren. Nooit kwamen ze meer afspraken niet na, nooit werd meer kleding teruggestuurd of weggegooid, nooit waren meer mensen ziek. Maar wie alert is voelt: het past niet meer bij de tijd, net zoals een toverberg in goede tijden nog plausibel leek en daarna niet meer.


Emancipatie. Een inhaalbeweging.

Een tweede perspectief moeten we, denk ik, zoeken bij emancipatie op latere leeftijd. Zelfzorg en grenzen stellen zijn vaardigheden die bij de volwassenheid horen. Volwassen zijn betekent dat je het midden kunt houden tussen je eigen belang en dat van een ander, zoals Ann Baeke ook terecht opmerkt. Om volwassen te worden moet je emanciperen, dat wil zeggen loskomen van anderen en een individu worden, om daarna vanuit onafhankelijkheid weer te kunnen kiezen voor verbinding. Wie dit overslaat zal zich, als de maat vol is, op latere leeftijd emanciperen en duchtig aan het zelfzorgen en het stellen van grenzen gaan. Dit is geheel legitiem. Een hele generatie zit in dat bad en wroet zich van over-aangepast naar zelfdenkend, via het pad van grenzen en zelfzorg. Een hele generatie haalt zijn puberteit in, zo je wil.


Daar wringt meteen ook de schoen, want te weinig mensen groeien er ook weer uit. Ze gaan van complete focus op de ander naar volmaakte focus op zichzelf en daar blijven ze hangen, gesteund door de zelfhulpindustrie. Dat maakt ze niet zelden nogal onuitstaanbaar, bijna zoals pubers en met hen valt eerlijk gezegd geen land te bezeilen. Ze zijn veeleisend, afwerend, zelfbewust, eigengereid, wijsneuzig. Is het tijdelijk, dan omringt de omgeving dit proces met begrip en liefde en moedigt het aan. Zo hoort het ook. Mensen hebben het recht hun ontwikkeling in te halen. Uiteindelijk is dat heel goed voor iedereen. Dit geldt ook voor ganse bevolkingsgroepen trouwens, de zich emanciperende minderheden.


Wanneer het individu of de groep echter vast komt te zitten in deze emancipatiefase en het 'eigen ik eerst' een permanente identiteit of cultuur lijkt te zijn geworden, kan het voor de omgeving te veel worden. De verbinding met de zich emanciperende valt immers tijdelijk weg, maar moet uiteindelijk weer hersteld kunnen worden. De balans van geven en nemen moet na de emancipatie weer in evenwicht gebracht worden. Duurt het te lang, dan zal degene die wacht zich uiteindelijk afkeren. Dat is het kantelpunt waarop we vinden dat het erover gaat.


Zelfzorg en grenzen zijn dus goed, ofwel als fase van emancipatie, of wel als een manier om de kerk in het midden te houden, de balans tussen eigen behoeften en die van anderen. Treden we daarbuiten, dan zijn we 'geïnstalleerd', verwend of ronduit egoïstisch. Zelfzorg betekent dus niet dat je vanaf nu op een structurele manier afspraken kan cancelen zonder vergoeding, een zus of broer alleen kan opzadelen met alle zorg voor ouders, dat je kan reserveren en niet komen opdagen, vrienden kan afbellen met een uitvlucht, dat je niet moet nadenken over wat je belooft of dat je eindeloos in een burn-out kan blijven hangen zonder aan je problemen te werken.


Emancipatie is dus nodig, nuttig, maar als het goed is, ook eindig.


De angstcarrousel

Tenslotte is er, geloof ik, ook iets fundamenteels aan de hand met onze perceptie van wat reëel gevaar is. Misschien wordt irreële angst deels aangewakkerd door de zelfhulpindustrie en zeker door de media. Alles is tegenwoordig onveilig en gevaarlijk, terwijl we bijna hermetisch veilig zijn als je het vergelijkt met vroegere tijden en andere plekken op aarde. Je beginnen terugtrekken en toegeven aan allerlei uitwendige en inwendige angsten, kan ook maken dat je in je angsten blijft hangen, of erger, ze elke keer opnieuw installeert en dieper in laat slijten. Je herprogrammeert jezelf telkens opnieuw in dezelfde angst, wordt daarin dwangmatig en isoleert jezelf steeds meer van het leven. Je verliest je weerbaarheid en zo veroorzaak je de outcome die je vreesde, namelijk je eigen malhaise, en 'zie je wel'. Uitzoomen is dan zeker de boodschap, jezelf herprogrammeren, in rust en moedige standvastigheid bijvoorbeeld, desnoods met professionele hulp.


Voorlopige conclusie?

De discussie is verre van gevoerd, het is een zeer complex probleem met vele kanten, maar voorlopig zou ik het zo durven samenvatten.


Zelfzorg is wellicht zeer goed als:

  • je nooit geëmancipeerd geraakt bent en je dit nu eenmaal moet inhalen, via een periode van extreme zelfgerichtheid en zelfbescherming; leg dit ook uit aan je omgeving

  • je dit naderhand verder aanhoudt, maar in een goede balans tussen geven en nemen met anderen

  • ze je de kracht geeft om sterk en dienstbaar in de wereld te blijven staan


Zelfzorg is hinderlijk als:

  • je het misbruikt om aan je engagementen te ontsnappen

  • je hierbij de ander volledig en langdurig tekort doet

  • zij je langdurig van de kracht berooft om een bijdrage aan de wereld te kunnen leveren en voluit te leven; ze een angsthaas van je maakt, die zichzelf beperkt tot enkel 'horizontaal leven' zoals bij Hans Castorp in de Toverberg.



Wil je gericht werken aan je emancipatie om krachtiger in de wereld staan? Van harte welkom.


Kristien



Kristien De Wolf

 
 
 

Comments


bottom of page