top of page

Is burnout de hysteria van de 21ste eeuw?

Updated: Jan 31, 2020


'Hysteria is a chaotic and irrational emotional state caused by seeing how the world really operates'

Robert Anton Wilson (1932-2007)

Op een van mijn zwerftochten over het wereldwijde web stootte ik op dit citaat over hysteria. Je zou je net zo goed burn-out kunnen invullen, dacht ik. Voor mij zou het nog steeds kloppen. Ik besloot een beetje te grasduinen om te zien of ik nog meer parallellen zou kunnen blootleggen tussen hysteria en burn-out. Misschien zou ik een nieuw licht mogen werpen op hoe we uit de burn-out pandemie kunnen ontsnappen?

Hysteria: een lichaam dat schreeuwt

Hysteria spreekt tot mijn verbeelding. Onmiddellijk roept het woord uitgesproken Victoriaanse beelden bij mij op. Beelden als in de film 'A dangerous method' met Keira Nightley als de immer passioneel verliefde Sabina Spielrein, hoogbegaafde wetenschapper, muze en minnares van Jung, weer eens flauw gevallen, of in haar nachtkleed in een ijzige vijver gesprongen, hysterisch huilend en tierend, met dat verwilderde en getormenteerde gezichtje van haar. Niemand die er raad mee wist. Uiteindelijk genas ze van haar aandoening (en van Jung), en kende ze nog een enorm creatieve periode in haar leven.

De gehele geschiedenis door probeerden wetenschappers, priesters en filosofen te vatten wat het complexe fenomeen dat ze observeerden precies behelsde. In een artikel uit 2011 overschouwt Victoria Fairclough de volledige geschiedenis van hysteria. Het ging van rondwarende baarmoeders, over bezetenheid door de duivel tot oedipale complexen. De verklaringen lijken (toevallig) netjes de tijd waarin de intelligentsia er op kwamen te weerspiegelen.

Volgens Freud was hysteria: 'the unconscious refusal to accept a single and defined subject position in the oedipal structuration of desire and identity.' Hoewel men volgens Fairclough vergelijkbare fenomenen tegenwoordig eerder verklaart in termen van een soort conversiestoornis, ligt er verdienste van de definitie van Freud. De referentie naar een vaststaand beeld van de identiteit, met daaraan gekoppeld een beperking van de persoonlijk expressievrijheid, is een interessant observatiepunt van waaruit heel wat dingen kunnen worden verhelderd. Daarnaast is hierbij de duidelijk seksuele connotatie relevant. Hysteria nam immers epidemische vormen aan in de Victoriaanse tijd. Dit was bij uitstek een tijd waarin seksuele verlangens ernstig werden miskend of ronduit misverstaan (bekijk de hilarische toestanden in de kostuumfilm Hysteria uit 2011). Met het toenemen van de emancipatie van de vrouw en seksuele revolutie lijkt deze epidemie te zijn uitgevlakt. Het bleek vooral een ziektebeeld van een bepaalde tijd te zijn.

Ik kan me niet van de indruk ontdoen dat burn-out ook een soort ziekte van de tijd zou kunnen zijn, op haar beurt een ongrijpbare verzameling lichamelijke fenomenen, als een complexe collectieve reactie op de specifieke beperkingen en de scheeftrekkingen die mensen nu ondervinden.

Burn-out: een lichaam dat oorverdovend fluistert

Net zoals bij hysterie vindt de geneeskunde bij burn-out op lichamelijk vlak weinig tastbaars om op af te gaan. Bloedonderzoeken brengen veelal niets aan het licht, symptomen lopen te veel uiteen om een duidelijk beeld te vormen. Waar bij hysterie één bepaald lichaamsdeel uitviel of zich anderszins vreemd begon te gedragen en de zieke vooral luid en dramatisch uit de hoek kwam, dooft bij burn-out het hele systeem uit, het vecht niet meer, het lichaam zinkt weg in totale lethargie en neemt de geest mee in die winterslaap. Een geval van extreem heldere lichaamstaal, zeg maar. Het is een verklaring van totaal niets weer willen.

Het lichaam spreekt omdat de persoon de woorden niet kan vinden, omdat er schaamte en taboe zit op dat wat gezegd moet worden. Showalter drukt dit zo uit: 'throughout history, hysteria has served as a form of expression, a body language for people who otherwise might not be able to speak or even to admit what they feel'. Als we mogen aannemen dat de lichamelijke symptomen bij hysterie voortkwamen uit het taboe op de nood aan (seksuele) verbinding, het verstoorde evenwicht tussen man en vrouw en de zucht naar authentieke persoonlijke expressie los van het rollenpatroon, waarop rust dan het taboe bij burn-out?

Burn-out lijkt zich te enten op de relatie mens-werk en zich in de eerste plaats te presenteren als een reactie op een distorsie in de balans van geven en nemen tussen (een meer of minder abstracte) werkgever en de werknemer, maar ook op de vervorming van de verhoudingen tussen werknemers onderling (leidinggevenden inbegrepen) als gevolg daarvan (lees hierover meer oa. in de blogs van Peter Segers, Contextueel Psychotherapeut).

Op een dieper niveau gaat het wellicht ook telkens weer over het mogen zijn van een 'subject', een onderwerp (geen onderworpene). De mens wil een bewust wezen zijn dat zelf mag observeren, dat zijn eigen zin bepaalt en in vrije verbinding mag treden met anderen en de wereld. Iets in hem wil niet gedegradeerd te worden tot een 'object', een soort dood voorwerp, of dat nu in een stoffig salon tot aan de nek ingeregen, dodelijk eenzaam, mooi moet zitten wezen; dan wel in een triestig kantoor, dodelijk eenzaam, versteend achter een computer of verdwaald in een eindeloze reeks vergaderingen, uitzichtloos en/of zinloos werk moet zitten afwikkelen.

Merkwaardig en tegelijk logisch is dat bij burn-out mannen en vrouwen in nagenoeg dezelfde verhoudingen worden getroffen. We krijgen allemaal te maken met problemen aangaande zingeving, zorg en authentiek contact, en het mogen zijn van een mens met een missie, in plaats van een middel in de plannen van anderen.

Taal liegt niet

Klopt het wel dat wij die objectivering ondergaan? Je hoeft alleen maar te kijken naar het jargon in ons huidig personeelsbeleid. Onze taal verraadt ons. We zijn geen 'person'-eel meer, maar 'resources', 'kapitaal' en dus behoren we toe aan anderen, instanties, organisaties, aandeelhouders en beleggingsfondsen. Dat is wat ons onmiskenbaar objectiveert, verplaatsbaar maakt, vervreemdt en sommigen zelfs tot stille waanzin drijft. Hoe groter de drang naar passie, erkenning, verbinding en veiligheid binnen het systeem, hoe kwetsbaarder het individu is voor burn-out. Maar we mogen het niet uitspreken, we kunnen het systeem niet frontaal aanvallen, de poten niet onder onze eigen stoel wegzagen, en dus doet ons lichaam het voor ons. Het schreeuwt zelfs niet meer, het gaat in zwijg-, huil- en slaapstaking. En dan nog doen we ons best de evidente linken niet te leggen, want een slecht systeem is altijd nog beter dan geen systeem. Is dat zo?

A way out

Burn-out als epidemie zal verdwijnen op drie dimensies tegelijk, als het gebeurt. Net zoals er bij hysteria op drie niveaus dingen veranderden.

1. IK - emancipatie. Als individu mogen we ageren als we ons slecht voelen. Burn-out is niets om beschaamd over te zijn. Net zoals vrouwen in de Victoriaanse tijd geschreeuwd hebben tot ze gehoord werden, zo is het ook aan ons om onszelf te emanciperen. Ons denken over onszelf kan veranderen, in de zin van : 'Ik ben geen object, ik ben een mens, met waarden, met een missie en een waardevolle bijdrage. Ik behoor aan niemand toen dan aan mijzelf. Er is een plaats voor mij om een positief verschil te maken, al moet ik die plek desnoods zelf creëren.' Wat als we dat zouden denken?

Deze mentaliteitsverandering kan worden veroverd via de kleine persoonlijke revolte, het wakker worden. Hierover heeft elk individu tot op zekere hoogte zelf controle. Dit proces starten kan elke persoon op any give day. Hierbij tot steun zijn, is een taak die een heel leger van psychologen, artsen, collega's coaches en loopbaanbegeleiders dagelijks op zich neemt. Hopelijk begrijpen wij allen samen zeer goed dat het niet langer gaat om het aanpassen van mensen aan hun situatie, maar om hun emancipatie en ontvoogding. Daarbij is het evenwel van groot belang om niet alleen een heldere kijk te verwerven op organisatie en collega's (externe attributie), maar ook op het individu zelf (interne attributie). Immers spelen eigen overtuigingen en aangeleerd gedrag soms een grotere rol dan we denken en maken we onszelf soms tot object zonder dat dit gevraagd wordt. (Lees hierover: De beste remedie tegen burnout is een goede baas?).

2. WIJ - zorg in relaties. Vanuit een genezen zelfbewustzijn kan een mens zich verbinden met anderen, in de zin van: 'ik draag zorg voor collega's en waardeer de bijdrage van anderen. En ik aanvaard ook zorg en waardering van anderen voor mijzelf.' Deze spiraal omhoog kan starten bij één individu, een goede baas, een moedige collega die al wakker geworden is. Ik heb het al dikwijls mogen zien gebeuren, dat de omwenteling door één mens wordt opgestart. Goede teambegeleiding is echter soms het enige redmiddel. Immers, indien wantrouwen al lange tijd gevoed werd tussen mensen, dient dit eerst weggenomen te worden vooraleer mensen in alle veiligheid durven veranderen. Gelukkig zijn een aantal zeer goede trainers en teamcoaches werkzaam in dit veld.

3. SYSTEEM - herdenken van de basis. Het systeem is over de top. Het beschermt ons niet meer. Dat beseffen we te weinig. Het moet veranderen. Het neoliberalisme, het kapitalisme, de roofbouw op mens en aarde moet bijgestuurd worden, het hele systeem desnoods vervangen. Dat gaat pijn doen, maar het doet nu ook pijn. Dit is een taak voor de wetenschap, de politiek en zeker ook voor de literatuur en de filosofie. Het wordt tijd dat wij, de denkers van vandaag, uit de box klauteren. We zijn nu al tweehonderd jaar de verlichting, inclusief het kaalgeslagen modernisme en het desolate postmodernisme aan het herkauwen. Meer dan cynisch entertainment voor intellectuelen onder elkaar is het dikwijls niet. Mag het stilaan over iets anders gaan?

Wat er ook van zij, ik onthou vooral dit. Er is hoop. Toen de maatschappij de gelijkheid van man en vrouw heeft geaccepteerd op interpersoonlijk en maatschappelijk vlak, is de hysterische epidemie geleidelijk aan verdwenen. Het is iets van het verleden. Dat kan met burn-out ook, als we ons bewust worden van wat ons lichaam ons eigenlijk komt melden en we daarmee aan de slag gaan, van de kleine rebellie van het moedige individu, tot het structureel herdenken van de samenleving.

Tot slot deel ik graag nog deze, die zeker ook opgaat voor burn-out:

"I have found it easier to identify with the characters who verge upon hysteria, who were frightened of life, who were desperate to reach out to another person. But these seemingly fragile people are the strong people really."

Tennessee Williams (1911-1983)

Kristien De Wolf - Life & career coach

86 views0 comments
bottom of page